Maurice Maréchal is de zoon van een tekenleraar, hij heeft een aangeboren tekentalent. Op 17-jarige leeftijd maakte hij politieke cartoons. Maréchal brengt elke zomer een maand vakantie door in Sauveterre-de-Rouergue, gelegen tussen Albi en Rodez. Hij wordt professor in de literatuur en probeert zijn inkomen aan het einde van de maand aan te vullen. Strips zijn een manier om dit te doen. Hij woont in Polleur en zal zijn techniek perfectioneren door zijn buurman en vriend Raymond Macherot te observeren en de codes van het genre te leren. Het was in 1957, op 35-jarige leeftijd, dat zijn carrière als professionele tekenaar begon toen hij, op advies van Raymond Macherot, zich presenteerde op het kantoor van de Uitgeverij Lombard met zijn project onder zijn arm, een oude dame genaamd Tante Zenobie (Prudence Petitpas) die zich als amateur detective ontpopt. Het is geen toeval dat hij een ouder personage voorstelt. Het viel hem inderdaad op dat alle succesvolle personages van het Weekblad van Kuifje jonge mensen of zelfs kinderen zijn. Het absoluut tegenovergestelde standpunt innemen is nieuw en geeft hem de kans om opgemerkt te worden.
Foto: Maurice Maréchal signeert op het festival van Durbuy, 6 october 1996
Het was Hergé, de adviseur van het blad, die Raymond Leblanc voorstelde om enkele platen te publiceren. Tante Zenobie zal van 1957 tot 1967 aanwezig zijn in Weekblad Kuifje, eerst in de vorm van korte verhalen en daarna in verhalen van 22 tot 30 platen. Goscinny, Greg en Mittéï zullen verschillende verhalen schrijven. Hij wordt grafisch bijgestaan ??door Pierre Seron. Deze serie eindigt in 1967, omdat Maurice Maréchal kon zijn carrière als leraar en zijn carrière als tekenaar niet langer combineren. Noot 1. Hij publiceerde nog twee verhalen in Tintin Sélection in 1968 en 1969.
Kort voor zijn pensionering ontmoette hij per ongeluk Charles Dupuis in het Petit Theatre van René Hausman. De redacteur zal hem zonder moeite overtuigen om terug te keren naar zijn tekentafel als de tijd rijp is. Het was dus in 1983, aan het einde van zijn lesactiviteiten, dat hij nieuwe avonturen tekende met Tante Zenobie (44 platen die uit 5 verhalen bestaan) in Weekblad Robbedoes. Daarna wijdde hij zich aan schilderen en beeldhouwen.
De serie is vertaald in het Duits, Arabisch, Spaans, Italiaans en Nederlands en zal worden bewerkt tot een tekenfilm onder de naam Les Enquêtes de Prudence Petitpas.
Hij stierf op 21 maart 2008 in Polleur (België). Uitgeverij Lombard publiceerden een integraal ‘Les Enquêtes de Prudence Petitpas’ in de week van zijn overlijden.