Na het doodbloeden in 1947 en het niet verschijnen in 1948 neemt "Ons Volkske" in 1949 een nieuwe doorstart. De eerdere bepalende tekenaar, Marc Sleen, heeft andere opdrachtgevers gevonden en Willy Vandersteen wordt de grote leverancier. Suske & Wiske komen prominent aanwezig in de hoofding van het weekblad en Vandersteen levert een wekelijkse gag van "De vrolijke bengels" waar Suske & Wiske in het begin ook steeds in opduiken.
De reeks van eerste bundelingen valt nog in te delen in verschillende delen.
De eerste 28 albums waar telkens het weekblad en ook de bundelingen verschenen met een gag van "De vrolijke bengels" of "Het plezante cirkus" op de cover.
Een tweede deel vanaf album 29 tot en met album 36 waar "De lustige zwervers" de covers en omslagen sieren. Dit valt samen met een nieuwe vormgeving van het weekblad (1958) die wat strakker de expo stijl en sfeer weet te treffen.
Vanaf album 37 komt Jerom in beeld en neemt het roer over. Eerst nog als het personage dat we al kenden (eerste reeks Jerom strips) en vanaf album 57 als "gouden stuntman" tot album 71.
Inhoudelijk wordt buiten het werk van Vandersteen nog vele verhalen overgenomen van het grote zusterblad "Kuifje". Naast de verhalen uit de "blauwe reeks" van Vandersteen, verschijnen dus alle toppers zoals Laudy, Martin, de Moor, Tibet, Macherot, Hergé, Craenhals, ... ook in het wat ondergewaardeerde tijdschrift. De meeste verhalen waren daarvoor reeds in Kuifje gepubliceerd. Toch verschijnen er hier en daar gags of kortverhalen van, eerder vernoemde, bekende tekenaars die nergens anders verschenen.