Bron; uitgeverij Schenk
Hieronder de letterlijke tekst van uitgeverij Schenk.
Laten wij beginnen met iets te zeggen over de verschillende voorletters die op de Wipneus en Pim-boekjes staan. Als je goed kijkt, vind je daar: B., B.J., B.W., B.A. en B.G. van Wijckmade.
Hoe zit dat in elkaar?
In het jaar 1948 (dat is lang geleden!) werd het eerste boekje van Wipneus en Pim geschreven. Dat gebeurde door een meneer van der Made. Die woonde in Maastricht en wel in het stadsdeel Wijck. Die meneer verzon de schuilnaam 'van Wijckmade'. Hij was onderwijzer en zijn voornaam was Bruno. De uitgever Schenk woont ook in Maastricht. Zo hebben die twee elkaar gevonden. Die meneer Bruno heeft zes boekjes geschreven en op al die boekjes staat als schrijversnaam: B. (=Bruno) van Wijckmade. Na een jaar of zes ging die meneer Bruno les geven aan een school, waar je moet leren, als je onderwijzer of onderwijzeres wilt worden. Hij had toen geen tijd meer om boekjes te schrijven. Toch vonden de kinderen ze leuk, want er werden er heel wat van verkocht. Een vriend van die meneer Bruno wilde wel doorgaan met schrijven. Zijn voornaam was Jozef, maar men noemde hem altijd Sjef. Afgesproken werd, dat de achternaam hetzelfde zou blijven. En misschien begrijp je het al een beetje: er kwamen nu boekjes onder de schrijversnaam B.J. van Wijckmade. De B als voorletter is blijven bestaan om meneer Bruno te eren, die met deze serie begonnen was.
Meneer B.J. van Wijckmade heeft acht boekjes geschreven. Toen had ook hij geen tijd meer. Er werd naar een derde schrijver gezocht en dat werd meneer Willie. Nu kwamen er boekjes, waar als schrijver op stond: B.W. van Wijckmade. Na drie jaar ging deze meneer naar Pakistan. (Zorg, dat je weet, waar dat land ligt, als er iemand naar vraagt!) Dit land ligt zo ver weg, dat hij moest ophouden met schrijven. Toen kwam schrijver nummer vier aan de beurt en dat werd meneer Anton. Kijk, daar komen de boekjes, waarop staat: B.A. van Wijckmade. Laat die meneer Anton nu na een paar jaar ook naar het buitenland vertrekken. Hij ging naar een land in Afrika, dat Ghana heet. Opnieuw moet er een nieuwe schrijver komen. En degene die jou nu een lange brief schrijft, is de tegenwoordige schrijver van Wipneus en Pim. Mijn voornaam is George. (Iedereen noemt mij altijd Sjors!) En ik schrijf onder de naam van B.G. van Wijckmade. Ik heb de meeste boekjes geschreven, namelijk 17 stuks. Kijk nu zelf maar eens, welke letters je op de boekjes vindt en vertel dat onder je spreekbeurt.
Maar, in 1984 zijn er twee boekjes verschenen, die als voorletters hebben: H.B, van Wijckmade. Ra, ra, hoe zit dat nu weer? Wel, het eerste deeltje van de serie (dat heette: Prins Wipneus en zijn vriendje) en het vijfde deeltje (dat heette: Waar is Prins Wipneus?) zijn lang geleden geschreven door B. van Wijckmade. Daar stonden toen allerlei dingen in over vieze, zwarte mannetjes en kabouters die niet deugden. Toen die boekjes werden geschreven, kon je dat rustig doen, want niemand ergerde zich daaraan. Maar tegenwoordig kan dat niet meer. Als je nu zoiets schrijft, doe je aan "rassen-discriminatie" en dat is inderdaad niet goed. Want blank betekent niet: goed - en zwart betekent niet: slecht! Er kwam toen een verzoek om deze twee boekjes te herschrijven. Dat heb ik gedaan, maar omdat meneer Bruno het verhaal had verzonnen, vond ik het niet juist om er nu mijn schrijversnaam onder te zetten. Nu staat er: H.B. wat betekent Herschreven Bruno van Wijckmade. Ook de titels zijn een beetje veranderd. Het eerste boekje heet nu: Prins Wipneus en zijn vriendje Pim. En het vijfde deeltje: Waar is Prins Wipneus gebleven? De oude boekjes zijn in de winkels niet meer te krijgen. Je weet nu al heel wat te vertellen.