Gilbert Keith Chesterton was een Engels letterkundige en journalist. Hij verdedigde in zijn geschriften de waardigheid van de menselijke persoon tegen alle mogelijke 'ismen'. Zijn scherpe, met humor geladen aanvallen bezorgden hem grote populariteit, maar ook talrijke vijanden. Zijn bekendste werken zijn Orthodoxy (1908), The Everlasting Man (1925) en de korte detective-verhalen Father Brown.
Geboren in Campden Hill in Kensington, London, ontving Chesterton zijn opleiding op St Paul's School. Hij vervolgde zijn opleiding op de Slade School of Art om illustrator te worden en volgde lessen in literatuur aan het University College London. Geen van beide opleidingen heeft hij afgemaakt. Tussen 1896 en 1902 werkte Chesterton voor de Londense uitgevers Redway en T. Fisher Unwin. In die periode begon hij met journalistiek werk als freelance kunst- en literatuurcriticus. In 1901 trouwde hij met Frances Blogg. In 1902 kreeg hij een wekelijks opiniecolumn in de Daily News, in 1905 gevolgd door een wekelijkse column in "The Illustrated London News", waarvoor hij de volgende dertig jaar zou blijven schrijven.
Chesterton is "de prins van de paradox" genoemd. Hij schreef een nonchalant, geestig proza dat afgeladen was met verbluffende formuleringen.
Van jongsafaan had Chesterton grote interesse en talent voor kunst. Hij was van plan om een kunstenaar te worden en zijn werk toont een visie die abstracte ideeën in concrete en heldere beelden omzet. Zelfs zijn fictie lijkt zorgvuldig verborgen parabels te bevatten. Father Brown is eeuwig bezig met het corrigeren van de incorrecte gezichtspunten van de verbijsterde personen op het plaats delict en wandelt aan het eind met de crimineel weg om zijn priesterlijke rol van herkenning en berouw uit te oefenen.
Chesterton is een van de weinige schrijvers die evenveel bewonderd en geciteerd wordt door vrijzinnige als conservatieve christenen en ook door veel niet-christenen. De religieuze en politieke opvattingen van Chesterton waren zo genuanceerd dat ze niet goed onder de vrijzinnige of conservatieve vlag onder te brengen zijn.
Chesterton ging gewoonlijk gekleed in een cape en een verkreukelde hoed, met een zwaardstok in zijn hand en een sigaar hangend uit zijn mond. Hij droeg soms een mes en een geladen pistool bij zich.
Vaak vergat Chesterton waar hij naar toe moest en miste dan de trein die hem daarheen zou brengen. Het is meerdere keren voorgekomen dat hij een telegram naar zijn vrouw stuurde vanuit een verafgelegen en incorrecte locatie. Hij schreef dan bijvoorbeeld: "Ben op Market Harborough. Waar behoor ik te zijn?", waarop zij dan antwoordde, "Thuis." Door deze geheugenproblemen en het feit dat Chesterton als kind extreem onhandig was, hebben verschillende personen gespeculeerd dat Chesterton ongediagnosticeerde dyspraxie had.
Chesterton voerde graag vriendschappelijke polemieken met mannen zoals George Bernard Shaw, H. G. Wells, Bertrand Russell en Clarence Darrow. Volgens zijn autobiografie speelden Shaw en hij cowboys in een stomme film die nooit uitgebracht is.
Chesterton stierf op 14 juni 1936 in zijn huis in Beaconsfield, Buckinghamshire. Hij is begraven in Beaconsfield in de katholieke begraafplaats.